|
|
|
Voor deel 1 van dit verhaal, klik hier.
7 oktober 2009. Vrouwtje voelt aan mijn klieren (die aan mijn keel) en kijkt bedenkelijk - de rechtse is wat gezwollen.
12 Oktober, Ottenhorst. Op sommige plaatsen zijn mijn lymfeklieren weer gezwollen, dus waren alle kankercellen door de chemoreeks toch niet uitgeroeid.
Ik krijg nu weer chemo, in pilletjes, alleen vandaag. Vanaf overmorgen moet ik 8 dagen aan een stuk antibiotica nemen omdat de chemo de witte bloedcellen aantast, wat betekent dat ik meer opensta voor infecties.
Een test op mijn bloed wees uit dat al de rest heel goed is (witte/rode bloedcellen, albumine, lever, nieren etc.). Gewicht: 43,6 kg dus dat wordt weer minder eten (zucht).
27 Oktober, Ottenhorst. Lymfenoden aan mijn keel zijn terug klein (had Vrouwtje ook al ondervonden), dus terug voor controle in twee weken. Gewicht was lichtjes gezakt.
10 November, Ottenhorst. Lymfenoden zijn terug een klein beetje gezwollen, dus weer een dosis chemo (van die nieuwe chemo die ik 4 weken geleden ook kreeg). Plus weer een kuur van die vieze grote roze antibiotica pillen die me echt niet goed bekomen.
Verder weer een week dagelijk 4 cortisonenpilletjes 's morgens en 's avonds, vanaf de tweede week om de andere dag.
Mijn gewicht was 42,6 kg.
1 December, Ottenhorst. Witte bloedlichaampjes te laag (dat komt van de chemo en is normaal), lever lichtjes gezwollen (komt van de cortisonen en blijkt ook normaal te zijn), rest OK, lymfenoden zijn nog steeds heel kleintjes. Gewicht 40,6 kg wat een effect zou zijn van de cortisonen. Honger heb ik sowieso altijd dus ik neem aan dat dokter De Vos er meer van weet dan ik (hij zegt dat het hongergevoel van de cortisonen komt) en dat Vrouwtje me niet echt uithongert.
8 December, Ottenhorst. Vandaag kreeg ik weer een enzym toegediend, hetzelfde als vorig jaar voor ik met de chemokuur begon. Mijn witte bloedlichaampjes staan nog steeds wat te laag, gewicht is goed (hetzelfde als vorige keer, 40,6 kg). De cortisonen moet ik blijven doornemen, nog steeds om de andere dag.
16 april 2010. Van december tot vandaag ging ons leven zijn gewone gangetje - of wat we nu de laatste maanden gewoon zijn gaan vinden.
Driewekelijkse of maandelijkse bezoekjes aan de Ottenhorst, gevoel aan mijn klieren daar en thuis, soms chemo, pogingen om de chemo uit te stellen want vroeg of laat zal mijn lichaam niet meer reageren op de chemo en dan... ja, dat hoef ik niet te spellen he.
Op het enzym reageerde mijn lichaam steeds spectaculair maar op de huidige chemo iets minder, trouwens daarna staan mijn bloedplaatjes en witte bloedcelleen veelal te laag, wat betekent dat een nieuwe dosis chemo onmogelijk is.
De chemo die ik het eerste jaar kreeg kan ik niet meer hebben, daar zou mijn lichaam niet meer op reageren (of niet goed op reageren), dus de opties zijn aan het minderen.
Aangezien mijn witte bloedlichaampjes niet al te goed waren (nog steeds een gevolg van de chemo van 4 weken geleden), besloot Johan me het enzym toe te dienen.
Daarna moet ik steeds nog minstens een half uur wachten voor we naar huis mogen, omdat het lichaam op dit enzym kan reageren en er dan antibiotica moet gegeven worden om de reactie tegen te gaan.
Na 35 minuten reden we dus terug naar huis. Vrouwtje gaf me wat eten, maar even later kwam het er terug uit. In de living nog wel, maar tenminste niet op het tapijt. Sorry Vrouwtje, ik weet dat het vies is.
Een beetje later voelde ik me nog niet beter, had ook een heel platte ontlasting (dat is proper gezegd he!) dus belde Vrouwtje naar de Ottenhorst, nam mijn temperatuur (ik had koorts blijkbaar, iets meer dan 39 graden) en reed even later weg.
Toen ze terugkwam lag ik op het terras. Vrouwtje ging binnen en kwam terug buiten met een pilletje gewikkeld in een stukje hesp, maar ik deed mijn mond niet open, ik voelde me veel te ziek. Dan zag Vrouwtje dat er bloed uit mijn mond druppelde en panikeerde ze... Gebeld naar de Ottenhorst, en we gingen met ons allen naar de Ottenhorst - ja, Baasje ging ook mee deze keer, die was nog maar net thuis van zijn werk. Baasje bleef tegen me praten en hij en Vrouwtje weenden en vreesden het ergste.
In de Ottenhorst was het ditmaal Dierenarts Annette Burm (sinds jaar en dag Johan's partner in de Ottenhorst) die me behandende, Johan was er niet meer, die was op een vergadering. De bloedtest wees uit dat mijn bloed veel te laag stond, zowel de bloedplaatjes als de witte en rode bloedcellen.
Voor wie het nog niet weet, bloedplaatjes heeft met de stolling van het bloed te maken, witte bloedcellen te laag betekent geen afweer tegen infecties, rode bloedplaatjes laag, zuurstof in bloed niet goed.
17 april. Nog eens naar de Ottenhorst, ter controle, en ook omdat het blijkbaar beter was me de medicijnen tegen misselijkheid en de antibiotica in te spuiten. Vandaag voel ik me al wat beter.
20 april, Ottenhorst. Johan, Estera en Wojtek onderzoeken me - Estera prikt wat bloed om te testen. Mijn oog is iets beter, mijn hart slaagt terug regelmatig (zelfs met de lieve Estera erbij? Mmmm).
Bloedtest resultaat: witte bloedcellen ietsjes beter, maar nog altijd te laag, zoals de bloedplaatjes en de rode bloedcellen. Ik moet nog steeds rusten rusten rusten. Vrouwtje heeft het in haar rug dus heeft ze er deze keer niet zoveel moeite mee om braaf binnen te zitten. Als ze buiten is maak ik me namelijk altijd wat nerveus omdat ze met de kippetjes babbelt, of naar ons paard gaat en buiten mijn gezichtsveld is.
23 April, Ottenhorst. Alles is aan het verbeteren, bloedcellen en plaatjes en zelfs mijn oog, ze spreken al terug van volgende week mogelijk chemo te geven. De grote roze antibiotica pillen moet ik na vandaag niet meer nemen, de andere antibiotica wel, en de cortisonen ook nog.
24 April. Mijn neus begint te bloeden en dit wilt maar niet ophouden. Vrouwtje rijdt naar de Ottenhorst en komt terug met een doosje met grote witte pillen tegen het bloeden. Daarna mindert het bloeden wat maar houdt niet op. Maar het bloed verstopt tenminste mijn neus niet meer, wat het eerder wel deed.
25 April. Tegen de middag bloedt mijn neus niet meer.
5 mei, Ottenhorst. De lymfenoden in mijn hals zijn terug minimaal, mijn milt is ook minder gezwollen, voorlopig dus gaat alles goed.
12 mei, Ottenhorst. Chemo. Mijn bloedplaatjes zijn niet al te goed, ook de witte bloedcellen zijn aan de lage kant, maar de enige optie is chemo. Dat de bloedplaatjes laag zijn ligt er aan dat in mijn milt niet alle kankercellen weg zijn, de meest resistente blijven woekeren.
19 mei. Ik krijg geen hap binnen, wat wilt zeggen dat ik de antibiotica ook niet opeet, dus gaat Vrouwtje met mij naar de Ottenhorst om de antibiotica te laten inspuiten.
2 juni, Ottenhorst. Lichtere chemo gekregen omdat die die zware chemo niet goed is voor mijn hart.
16 juni, Otenhorst. De lichtere chemo was niet effectief. Een deel van mijn buik wordt geschoren en ze doen een hart echografie. Mijn hart is in goede conditie, dus krijg ik weer chemo, de zware chemo wel te verstaan.
18 en 19 juni. Weer kan ik geen hap binnenkrijgen, dus twee opeenvolgende dagen naar de Ottenhorst om de antibiotica in te spuiten.
6 juli, Ottenhorst. Weeral chemo. Johan en Vrouwtje kijken bedenkelijk want alhoewel mijn milt kromp, zijn de lymfenoden aan mijn keel na de vorige chemo niet of bijna niet gekrompen - het effect van deze chemo is dus aan het minderen. Ik weet, net zoals Vrouwtje, wat dit betekent.
Behalve de derde dag voelde ik me in de periodes tussen twee chemobehandelingen in, steeds goed, en was ik mijn zotte onbezorgde zelf.
Na vorige chemobehandeling voeld ik me echter twee dagen niet lekker, ook al een teken dat het niet goed ging aflopen.
8 juli. Ik voel me ziek, dus gaat Vrouwtje weerom naar de Ottenhorst met mij om een antibiotica spuit te krijgen. Ik heb net over de 40 graden koorts. Johan is er niet, dus krijg ik een spuitje van Annette.
9 juli. Vandaag is het op de dag 2 jaar geleden dat ik met Jack voor de eerste maal naar de Ottenhorst ging. Jack's koorts zakte gisterenavond wel wat, maar deze morgen had hij terug 40 graden. Ik belde om half negen naar de Ottenhorst, maar toen ik Jack ging halen (hij was even tevoren buiten gegaan en lag onder de rododendronstruik) wou of kon hij niet rechtstaan. Met behulp van de buurman kreeg ik hem in de auto.
In de Ottenhorst laadden we Jack op een draagberrie en hij kreeg dadelijk een infuus, omdat zijn hart nog klopte. Maar verdere reacties had hij niet meer, dus probeerden we niet hem terug te halen uit de coma waarin hij waarschijnlijk hier thuis al gevallen was.
Jack zal niet vergeten worden. Ook niet in de Ottenhorst, want daar vonden ze Jack ook een speciale hond, omdat hij moedig en dapper de chemo onderging en met plezier naar de Ottenhorst ging voor deze behandelingen.
Vaarwel Jack, we hebben ons best gedaan om je een zo lang en gelukkig mogelijk leven te bezorgen en ik hoop dat je vindt dat we hierin slaagden. Je was altijd lief en goedgezind en vol vertrouwen. Ooit zal de wetenschap deze vreselijke ziekte onder de knie krijgen maar voor jou is het te laat.
Dank je voor de liefde die je in ons leven bracht.
Dank je Johan, Annette, Lotte, Manuela, Hanneke, Mariska, Joni, Cathy, Estera en alle anderen van het Ottenhorst team voor de twee extra jaren die we dank zij jullie met onze Jack gehad hebben.
Jack werd gecremeerd en heeft voor altijd een plaatsje in ons huis, zowel als in ons hart.
Index | Mijn jonge jaren | Verhaal deel 1 | De Ottenhorst | Links / Info |